Mijn eerste manta was een 16S in een verschrikkelijke groene kleur.
Na enkele maanden van schuur-, afplak- en spuitwerk veranderde hij in een Bastos-Manta. Met deze wagen heb ik 5 jaar rondgetoerd, maar omdat ik stilaan wel wat meer vermogen onder de motorkap wilde, ging ik op zoek naar een 2-liter. Het werd een GT/E, goud en zwart van kleur.
Mijn eerste werk was het verwijderen van de troep die de vorige eigenaar erop gezet of geplakt had, zoals bijvoorbeeld uitbouwstukken van een ander automerk, die natuurlijk langs geen kanten op de op de Manta pasten. Na wat sparen verfraaide ik hem met mistlichten, 4 Cibié verstralers, een Irmscher bumperspoiler en een I200 kofferspoiler achteraan. Na een jaartje of drie had de Manta 215.000 km op de teller. Wilde ik nog jaren met een Manta rondtoeren, zou ik beter een andere Manta zoeken, omdat deze last kreeg van roest.
Het werd een Manta GSI, zwart-grijs metallic van kleur. Weer vlogen de aangebrachte fantasietjes eraf, en veranderde ik de kleur in in "Rouge Vallelunga". De mistlichten, verstralers en de bumper-spoiler verhuisden van de GT/E naar de GSI, en de kofferspoiler bestelde ik opnieuw, maar dan wel een GSI Exclusiv-spoiler. Na drie maanden kon ik voor de eerste keer de baan op.
De GT/E staat nog steeds bij mijn ouders in de garage, omdat ik er geen afstand van kan doen.
Mijn ultieme droom was echter een Manta 400. Na 5 jaar op stal te hebben gestaan, haalde ik de GT/E vanonder het stof, en gaf hem een grondige opknapbeurt. Een jaar tevoren kocht ik nog een Manta 16S met een rotte kas, maar met een 400-uitbouwkit en de originele 400-velgen. Die onderdelen zouden moeten dienen om de GT/E om te bouwen tot een Manta 400.
Eerst de beide wagens gedemonteerd, en toen kon het echte werk beginnen. Zandstralen; zinkverf zetten; slechte stukken uitslijpen en nieuwe stukken lassen; de achterbrug verwisselen; slijpen en plamuren; andere richtingsaanwijzers plaatsen; enz... Toen alles uitgeplamuurd was, kon alles worden afgewerkt met spuitplamuur.
Daarna was er nog veel werk aan de motor. Met de hulp van mijn vader en Geert, beiden mekanieker, werd de hele motor gedemonteerd, en voorzien van nieuwe dichtingen, segmenten, enz... Daarna alles terug gemonteerd, en de auto was klaar voor de eerste laklaag : wit. Daarna weer huiswaarts om af te plakken voor de drie andere kleuren.
Eindelijk, na 15 maanden werk, was mijn droom klaar en kon ik hem laten bewonderen op de meeting van het Limburgs Opelteam.